Als iemand het vak van architect van binnen en van buiten kent, is het Kees Marcelis wel. Al meer dan dertig jaar ontwerpt hij woningen, interieurs en bedrijfsruimtes vanuit zijn studio in Oosterbeek. Hij heeft de ontwikkelingen in het vakgebied van dichtbij meegemaakt. En hoewel de wereld is veranderd, is volgens hem de kern van het vak gelijk gebleven. “Inhoudelijk is er verrassend weinig veranderd. Het begint nog steeds met een goed gesprek en een schets aan tafel. Dat blijft de essentie. Wat wel veranderd is, zijn de middelen waarmee we werken.”
Die middelen zijn inmiddels geavanceerd. Tekenprogramma’s, visualisaties en 3D-presentaties geven een veel completer beeld dan vroeger. “Het verschil tussen een schets en het uiteindelijke gebouw is kleiner geworden, omdat je veel realistischer kunt presenteren. Dat helpt enorm in het ontwerpproces én in het contact met de opdrachtgever.”
Toch heeft die vooruitgang ook een keerzijde. “De regelgeving is enorm toegenomen. Vroeger kon ik met een schets onder de arm bij een gemeenteambtenaar binnenlopen om iets af te stemmen. Dat is nu vrijwel onmogelijk. De bureaucratie remt de creativiteit soms af.”
Een ontwikkeling die veel impact gaat hebben op het vak is kunstmatige intelligentie. Marcelis ziet de mogelijkheden, maar waarschuwt voor overschatting. “AI kan veel, maar is altijd gebaseerd op bestaande data. Je voert iets in en krijgt iets terug. Maar echte vernieuwing komt daar niet uit. Daar is creatief denkwerk voor nodig, gevoel, intuïtie – dat kan AI niet vervangen.”
Toch denkt hij dat AI wel degelijk een rol gaat spelen in de architectuur van de toekomst. “Als tool is het krachtig. Het versnelt processen en helpt bij het structureren van ideeën. Maar het is geen vervanging voor het vakmanschap van een architect. De menselijke blik blijft noodzakelijk om iets écht bijzonders te maken.”
Een actuele uitdaging is volgens Marcelis het veranderende beeld van wat een architect doet. “Door sociale media en televisie lijkt het soms alsof ontwerpen een kwestie is van een paar leuke plaatjes bij elkaar zoeken. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Architectuur vraagt om kennis, om ervaring met materialen, bouwfysica en regelgeving. Je hebt een lange adem nodig en een sterke visie.”
Hij merkt dat er meer energie gaat naar het uitleggen van het belang van zijn vak. “Je moet blijven uitleggen waarom het zinvol is om een architect in te schakelen. Niet om het mooi te maken – dat ook – maar om iets te maken wat werkt, wat lang meegaat en wat goed voelt.”
Gelukkig ziet hij dat de nieuwe generatie dat belang nog steeds begrijpt. In zijn eigen studio melden zich jonge, ambitieuze ontwerpers die echt voor het vak kiezen. “Ze zijn nieuwsgierig, willen leren en zijn bereid om te investeren in hun ontwikkeling. Dat stemt hoopvol. Niet iedereen jaagt alleen het snelle geld na.”
Volgens Marcelis ligt daar een verantwoordelijkheid voor de gevestigde bureaus: jong talent inspireren, begeleiden en serieus nemen. “Als je de jeugd serieus neemt, krijg je er veel voor terug.”
De marktsituatie is momenteel grillig. Marcelis zag het aantal opdrachten begin 2025 flink teruglopen, maar inmiddels is er weer beweging. “We hebben een tijd gehad waarin we konden kiezen welke opdrachten we aannamen. Dat is veranderd. Maar de laatste weken zie ik het aantal aanvragen oplopen. Misschien dat het consumentenvertrouwen weer voorzichtig terugkomt.” Hij verwacht dat de tweede helft van het jaar beter wordt. “Er is weer energie in de markt. Als dat zich doorzet, kunnen we het jaar positief afsluiten.”
Op de website van Marcelis prijkt de uitspraak: Het begint met een goed gesprek. Geen loze kreet, blijkt uit zijn toelichting. “Een goed gesprek is open, eerlijk, nieuwsgierig. Ik wil weten wat iemand echt wil, wat de achterliggende motivatie is. Zeker bij particuliere projecten is dat cruciaal. Je gaat een intensief traject met elkaar aan. Dan moet het klikken.”
Voor Kees Marcelis is de conclusie duidelijk: technologie verandert het vak, maar haalt nooit het menselijke eruit. “De architect blijft nodig. Niet als invuller van wensen, maar als vormgever van ideeën. Dat is iets wat alleen mensen kunnen.”