Eindelijk in onze rubriek ‘Architect Aan Het Woord’ kunnen we eens een Belgische architect aan het woord laten. We spraken met architect Dirk Somers van Bovenbouw Architectuur uit Antwerpen. Uiteraard ontkom je dan niet aan de vergelijking tussen Nederland én België. Het belangrijkste credo van Somers? “Ons werk is altijd een leerproces.
“In Nederland zie je veel meer dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen een ontwerpend en een uitvoerend bureau. Bij ons hier in België zijn we meer één geheel, alle fases doen we zelf. Van het bestek tot aan de bouwplaats, de oplevering en de nazorg. In België hebben we dus langer in de keten onze rol.”
“Wat ook een groot verschil is: in België doen we veel werk voor relatief weinig geld. Ik denk bovendien dat in Nederland het vak van architect meer status heeft. Hoe dat komt? Vind ik lastig om te duiden. Een Nederlandse architect wordt veeleer gezien als iemand die filosofisch ‘mag’ zijn. In België is het bovendien verplicht om zelfs bij een kleine verbouwing aan huis een architect in te schakelen wat in Nederland niet het geval is. Dus, de architect wordt vaak als een ‘last’ gezien. Maar omdat we meer verantwoordelijkheid hebben als architect in België, hebben we ook wel meer impact op hoe gebouwen gemaakt worden. In Nederland heeft de aannemerij veel van dat laken naar zich toe getrokken.”
Toch lijkt de opgeleverde architectuur in België – gemiddeld genomen – wat somberder in België dan in Nederland. Een Nederlander die de grens overgaat en uw land binnenrijdt, ziet meteen het verschil. Het lijkt wat conservatiever in de look and feel. Wat is uw visie daarop?
“Ja, ik begrijp wat daarmee wordt bedoeld. Maar dat heeft te maken met het feit dat er in Nederland veel meer respect is voor de planningscultuur. Er wordt meer afgestemd met de andere deelplannen, bijvoorbeeld in de omgeving. In België heerst er een politieke traditie die veel gewicht bij het individu legt. Er is meer negatief sentiment wat een centralistische planningscultuur betreft. In Nederland is het veel ordelijker: er is altijd een masterplan, waardoor je als architect niet veel hoeft op te lossen. In België is het zo dat je zelfs bij een kleine opgave het gevoel hebt dat je aan stedenbouw moet doen. In Nederland is dat allemaal wat beter uitgedacht. En, we zijn in België wat cynischer ingesteld. Daardoor sluiten verschillende opgeleverde projecten stedenbouwkundig ogenschijnlijk minder goed op elkaar aan, waar in Nederland meer cohesie is. Het zou de verklaring kunnen zijn waardoor het er voor u – gemiddeld genomen – wat somberder uitziet.”
“Ik denk dat er niet zo veel verschil is tussen de twee landen. Er wordt meer naar CO2 gekeken en is er een tendens om kritisch naar sloop en nieuwbouw te kijken; we worden wat toleranter tegenover de gebouwen die al bestaan. Er wordt dus een zekere creativiteit gevraagd om mooi te kunnen renoveren. Logisch ook, renovatie is altijd complexer. Waar ik vooral op hoop is dat er nog meer innovaties in het industriële proces op gang komen waardoor we het traditionele bouwproces enigszins kunnen heruitvinden maar dan met een veel kleinere koolstofafdruk. Ik hoop dat er voor wat betreft het gebruik van grondstoffen en natuurlijk hulpbronnen goede alternatieven op de markt zullen komen. Langzaamaan zie je hier en daar wel interessante initiatieven”
“Ik moet eerlijk zeggen: wij gebruiken het nog niet. Nou ja, hooguit voor een stukje tekst. Ik zie intussen wel dat bureaus varianten op ontwerpen genereren. Echter, ik ben geen Early Adopter. Soms is het gewoon slim om anderen ervaringen te laten opdoen en dan te zien wat het echt betekent. Natuurlijk zie ik wel dat er potentieel is maar ik hoop dan vooral dat de saaie onderdelen van ons vak geautomatiseerd kunnen worden.”