Gelukkig gaat het in de branche – vanuit economisch perspectief bezien – goed. Ondanks de coronacrisis. Of misschien beter gezegd: dánkzij de coronacrisis. Want de investeringen op, rond en in het huis stegen vorig jaar (2020) ongekend omdat zo’n beetje iedereen in Nederland structureel thuis vastzat (‘Thuiswerken is de norm’). En het oog wil daar ook wat. Gelukkig werd en wordt er nog gebouwd. Dus eigenlijk een makkie voor de Algemene Branchevereniging Hang- en Sluitwerk (VHS) in de lobby? Weinig te klagen? We stellen enkele vragen aan Arjen Koole, directeur van de VHS.
“Na een jaar corona concluderen we dat consumenten veel investeringen hebben gedaan in hun woningen. Het effect is duidelijk zichtbaar. Zo was er ineens serieus oog voor de beveiliging van ramen en deuren maar ontstond er nog een ander effect: de thuiszittende consumenten zagen het ‘verplicht thuiszitten’ ook als een aanleiding om het binnen in huis ook te upgraden. Er ontstond een trend naar duurdere en exclusievere producten.”
“Ja, dat klopt. Consumenten zijn in ‘normale tijden’ veelal moeilijk te overtuigen maar als tijden ‘heel bijzonder’ zijn, zoals nu, dan is men blijkbaar ineens ontvankelijker voor dit soort onderwerpen. Natuurlijk is het zo dat het aantal inbraken landelijk fors is afgenomen – juist omdat iedereen thuis is – maar als we ooit weer naar enigszins ‘normale tijden’ komen, dan mag ik wel hopen dat de aandacht voor de eigen veiligheid niet verslapt én dat consumenten wel blijven investeren in dit soort zaken.”
“Wel, wij blijven onvoorwaardelijk bij de overheid de lobby voeren dat de overheid hier aandacht aan móet blijven besteden. Ik vrees namelijk een ‘boost van inbraken’ als de tijden weer normaal zijn. We moeten niet verslappen. De overheid is soms echter opportunistisch: als het aantal inbraken daalt, dan is er plots minder aandacht hiervoor in het beleid en de communicatie. Maar als je tegelijkertijd zegt ‘Regeren is vooruitzien’ dan is het wel van belang om dit onderwerp op de agenda te houden. Dat is dan ook precies waar wij – als VHS – voor blijven knokken.”
“Eigenlijk zijn er veel kansen voor architecten om een toegevoegde waarde in de ontwerpen (van woningen) te leveren. Hang- en sluitwerk werd niet altijd als belangrijkste post gezien maar uiteindelijk kunnen we wel er op aandringen dat ze ook de technische voordelen van geavanceerd en goed uit-geïnnoveerd hang- en sluitwerk aan de markt kunnen vertellen. Als ik alleen al denk aan alle elektronische mogelijkheden, die meer flexibiliteit bieden dan de traditionele mechanische sluitingen, dan weet ik zeker dat architecten daar in hun eigen ontwerpen iets mee kunnen.”
“Over de innovatiekracht in onze branche hoeven we gelukkig niet te klagen. Zelfs ook ten opzichte van de landen om ons heen, doen we het in Nederland heel goed. Op veel gebieden zijn we koploper. Dat geldt overigens ook ten aanzien van circulair bouwen. Het opnieuw gebruiken van materialen is in onze branche helaas nog niet volledig ingebed, maar het heeft wel structureel de aandacht verworven. Precies daar zie ik ook een taak voor ons om dat in de keten verder aan te jagen. De vooruitzichten voor onze branche zijn dus goed. Maar ja… het blijft toch enigszins ‘wrang’ dat we daar een coronacrisis voor nodig hadden om de boodschap nog urgenter te kunnen laten klinken.”