In de wereld van architectuur is toegangscontrole een onderwerp dat steeds relevanter werd in de afgelopen twee decennia. Het beïnvloedt niet alleen de functionaliteit van een gebouw of object, het creëert echter ook vergaande gevolgen voor de privacy van de gebruikers. Bijvoorbeeld in appartementencomplexen, of zorginstellingen en bedrijfspanden. En, alles wat daartussenin zit. Laten we daarom de snelle technologische ontwikkelingen eens nader beschouwen en dát koppelen aan het privacyvraagstuk. Misschien ontdekken we dan waar voor architecten en designers de belangrijkste uitdagingen zitten. Alvast een spoiler alert: dit artikel gaat zeker ook over de ethiek van de architect!
Feit: strikte toegangscontrole is niet langer beperkt tot grote bedrijven en overheidsgebouwen. Het is een integraal onderdeel geworden van elk project, van woningen tot openbare ruimtes. Toegangscontrole biedt niet alleen veiligheid maar ook gemak. Denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan slimme deursloten die gebruikers vanaf hun smartphone kunnen bedienen of denk aan identificatiesystemen die geen fysieke kaarten meer vereisen. Dit verbetert niet alleen de veiligheid, maar maakt het leven ook efficiënter en gemakkelijker. Tijdwinst!
De snelheid van de technologische vooruitgang in toegangscontrole is bovendien verbazingwekkend. Biometrische identificatie is nog zeker geen gemeengoed in de reguliere samenleving maar het bestaat al wel en wordt steeds meer toegepast. Over een paar jaar is het waarschijnlijk zelfs de standaard. Ook voor gewone mensen. Denk verder aan ‘simpele’ gezichtsherkenning of het verkrijgen van toegang op basis van je DNA.
Voor architecten en ontwerpers is dit smullen geblazen: ze kunnen volop hun creativiteit inzetten om tot de mooiste oplossingen te komen met al die nieuwe features. En, reken er maar op dat de markt hier op zit te wachten!
Eén belangrijke (misschien wel de meest essentiële) vraag mogen we anno nu echter nooit vergeten: hoeveel toegangscontrole heeft de samenleving eigenlijk nodig?
Hoewel het verleidelijk kan zijn om – tijdens het ontwerpproces – voor de nieuwste technologie te kiezen, moeten ontwerpers ook rekening houden met privacyoverwegingen. We weten het immers allemaal: geavanceerde systemen kunnen persoonlijke gegevens verzamelen en opslaan, wat de vraag doet rijzen of we niet te ver gaan in onze zoektocht naar veiligheid. Kortom, kunnen we een evenwicht vinden tussen veiligheid en privacy. In hoeverre moet de architect het thema van privacy naast zich neerleggen? Of, kan de architect ook nog met enige ethiek besluiten dat de grens is bereikt en dat de klant niet krijgt wat ie wil. Simpelweg omdat de technologische feature ethische grenzen overschrijdt. Of, dat het niet duidelijk is wat er onder de radar gebeurt. En dat dús de opdracht om iets te ontwerpen met hoge technologische output mag worden afgewezen.
De spanning tussen (het ontwikkelen en embedden van) vergaande technologische toegangscontrole versus de groeiende behoefte aan meer privacy is dus aanwezig. Aan de ene kant willen we onze eigendommen beschermen en ons veilig voelen, maar aan de andere kant willen we niet dat onze persoonlijke gegevens onnodig worden verzameld of misbruikt. De vraag is dan ook of de architect aan dat laatste zou moeten
willen meewerken.
Daarom een oproep: kies alleen voor innovatieve toegangscontroleoplossingen die zowel veilig als respectvol zijn voor de privacy van individuen. Weet wat je voorschrijft. Verdiep je ook in de achterliggende waarden van de feature. Meer dan ooit! En, wees vooral geen definitieve bondgenoot van Big Brother. Wees gewoon een kritische ethicus.