Platform over architectuur, interieur- en landschapsarchitectuur
Moet de architect van nu ook psycholoog of gedragskundige zijn?
Ook Nederland individualiseert. Tijd voor een gesprekje bij de lift? Het zit er bijna niet meer in.

Moet de architect van nu ook psycholoog of gedragskundige zijn?

Tijdens mijn zoektocht naar een nieuw appartement heb ik de afgelopen maanden verschillende nieuwbouwprojecten bezocht. Soms was alleen de makelaar aanwezig, soms was ook de architect erbij. Wat me opviel in gesprekken met architecten, is dat ze vooral technische aspecten benadrukken: de kleur van de baksteen, de afwerking van de badkamer, de keuze voor materialen. Over duurzaamheid weten ze alles! Dat is allemaal zeer begrijpelijk, want zij ontwerpen het gebouw. Maar zodra ik vragen stel die verder gaan dan de techniek, wordt het gesprek toch wat stroef… Een beschouwing daarover.

Zo vroeg ik: “Waarom zijn op sommige verdiepingen koop- en huurappartementen door elkaar geplaatst? Heeft dat geen invloed op hoe mensen met elkaar omgaan? Huurders en kopers zijn immers vaak verschillende groepen met eigen belangen. Hoe draagt het ontwerp dan bij aan de interactie tussen die groepen?”  De architect had geen antwoord. Dit is niet uitzonderlijk; het overkomt me vaker. Architecten weten veel van materialen en esthetiek, maar als het gaat om de sociale dynamiek binnen een gebouw, lijken ze minder voorbereid.

002 wachten bij de lift kopieren
Er zijn (gelukkig) nog flink wat interessante nieuwbouwprojecten in Nederland waar prachtige appartementen verschijnen. Maar, weet de architect wel welke interactie uiteindelijk in die appartementengebouwen moet ontstaan?

De sociale rol van de architect

Dit zette me aan het denken: moet een architect anno 2024 ook een psycholoog of communicatiedeskundige zijn? Onze samenleving wordt immers steeds diverser, en dat geldt ook voor de bewoners van nieuwe appartementencomplexen. Het mixen van huurders en kopers in één gebouw is niet alleen een trend, maar ook een wens van de overheid om inclusieve gemeenschappen te stimuleren. Maar begrijpen architecten voldoende hoe deze diversiteit hun ontwerpen beïnvloedt? Of moet hun ontwerp juist invloed hebben op de dynamiek van die diversiteit?

Een gebouw is altijd meer dan een verzameling stenen; het is een plek waar mensen wonen, werken en elkaar ontmoeten. Hoe het ontwerp deze interactie stimuleert of belemmert, lijkt cruciaal voor het succes van een project. Toch lijkt het erop dat architecten zich vooral richten op de fysieke aspecten van hun werk en minder op de sociale gevolgen van hun keuzes. Architectuuronderwijs legt de nadruk op deze technische en fysieke elementen, terwijl sociale aspecten vaak onderbelicht blijven. In complexe woonomgevingen, vooral bij het mixen van koop- en huurwoningen, kunnen sociale dynamiek en gemeenschapsvorming echter net zo belangrijk zijn als de bouwtechnische kant. Dit thema komt ook naar voren in de bredere discussie over  ‘mensgerichte’ architectuur, die steeds meer aandacht krijgt.

003 buren kopieren
Huurders en kopers in hetzelfde appartementencomplex. Ze hebben verschillende belangen. Zouden ze het over eenvoudige zaken met betrekking tot het samenwonen eens kunnen worden?

Waar blijft de dialoog?

Architecten zouden wat mij betreft ook vragen moeten kunnen beantwoorden zoals:

– Hoe bevordert dit ontwerp de interactie tussen verschillende bewonersgroepen?

– Hoe dragen de openbare ruimtes bij aan gemeenschapsvorming?

– Welke psychologische overwegingen zijn meegenomen in de indeling?

– Hoe stimuleert dit ontwerp een inclusieve en veilige woonomgeving?

Natuurlijk begint architectuur bij esthetiek en functionaliteit, maar is dat nog voldoende? Moet een architect dus niet ook nadenken over hoe zijn ontwerp het sociale leven binnen en buiten het gebouw beïnvloedt?

De architect van de toekomst

Architecten worden geconfronteerd met steeds complexere vraagstukken. Het gaat niet alleen om mooie gebouwen, maar om plekken waar mensen met verschillende achtergronden samenleven. Dat vraagt niet alleen technisch inzicht, maar dus ook sociale en psychologische kennis. Een architect moet begrijpen hoe mensen zich voelen in een ruimte en hoe ontwerpkeuzes gedrag beïnvloeden. In dit licht lijkt het me logisch dat architecten meer moeten doen dan alleen technische ontwerpen. Ze moeten de interactie tussen bewoners kunnen voorspellen en uitleggen hoe hun ontwerp bijdraagt aan sociale cohesie. Een mooie taak dus voor het architectuuronderwijs. Het is belangrijk om (meer) vanuit dit perspectief te gaan beredeneren.

Natuurlijk wil ik geen enkele architect hier beschuldigen van onkunde – integendeel, ik heb groot respect voor het vak. Maar toch hoop ik dat deze persoonlijke ervaringen de architect aan het denken zetten. De wereld verandert, en met de toenemende complexiteit van de samenleving is het misschien tijd om het vakgebied van de architect verder te verbreden. Begrijpen hoe mensen samenleven, hoe hun gedragingen zijn en welke interacties er ontstaan tussen verschillende ‘typen’ mens, is minstens zo belangrijk als weten hoe je een gebouw technisch ontwerpt en met welke materialen. 

Want… een gebouw is niet alleen een plek om te wonen, maar ook om fijn te leven.  

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details

Kunnen we je helpen met zoeken?

Bekijk alle resultaten